Deze instellingen zijn behalve voor de Aankomstsnelheid alleen voor het laatste gedeelte waar de trein weer in de auto mode begint te rijden.
Tijd in seconden dat de trein wacht na het instellen van de route voordat deze wordt gestart.
De trein in het laatste gedeelte mag alleen vertrekken als het aantal treinen in dit halteblok groter of gelijk is aan dit aantal.
Het tweede veld is het aantal secties dat bezet moet zijn voordat de eerste trein mag vertrekken.
Deze optie helpt om treinen dit opstelblok te laten kiezen in plaats van andere blokken.
Een willekeurige keuze zal plaatsvinden als meer dan één beschikbaar blok om uit te kiezen deze optie heeft.
Genereer de in gebeurtenis als de trein volledig in het opstapblok past in plaats van het bestemmingsgedeelte te bereiken om het vorige blok vrij te maken.
Deze optie kan worden geactiveerd voor opstelblokken die zijn uitgerust met een bovenleiding.
Indien NIET ingesteld, voorkomt dit dat locs met motortype elektrisch (zie Locomotiefdetails) dit opstelblok in de automatische modus gebruiken.
Controleert elke x seconden of de automatische modus is ingeschakeld en of het kopgedeelte vrij is en een of meer treinen zich in het opstelblok bevinden om compressie te activeren.
Compressie wordt normaal gesproken geactiveerd door sensorgebeurtenissen en vergrendel-/ontgrendelingscommando's, maar onder bepaalde omstandigheden is dit niet mogelijk en in dit geval zal de waakhond het activeren.
Het controle-interval in seconden kan worden ingesteld in het veld aan de rechterkant van deze optie.
Het wachttype voor de locomotief in de laatste sectie.
Vermijd het gebruik van Geen of een zeer korte wachttijd, in combinatie met een handmatig bediend uitrijsein om onnodig dataverkeer te voorkomen.
Bij Willekeurig kiest Rocrail een wachttijd die ligt tussen het gedefinieerde toeval minimum en toeval maximum. De tijden zijn seconden.
Bij Vast wordt de vastgelegde vaste wachttijd gekozen. De tijd is in seconden.
Als voor de optie locomotief gekozen wordt, dan wordt de wachttijd gekozen die in de eigenschappen van de loc is ingesteld.
Met Geen is er geen wachtijd. Als er een vervolg weg vrij is zal deze worden gereserveerd en zal de loc door rijden.
De minimale snelheid is standaard en moet worden gebruikt als de secties relatief kort zijn.
Beide andere snelheidsopties kunnen worden gebruikt, zoals de aanvankelijke aankomstsnelheid, als er voldoende ruimte achter de sectiesensor is om te vertragen van Vmid naar V0; Wees voorzichtig.
Let op: Tussen de secties rijdt de trein altijd met de Aankomstsnelheid (Vmin, Vmid of %).
In de laatste sectie van een Compress-actie en in de laatste sectie van het Staging-blok rijdt een trein altijd met Vmin.
Numerieke selectie wordt gebruikt bij snelheidsselectie van %.
Deze optie overrules de Vmin naar de laatste sectie van een Compress-actie en naar de laatste sectie van het Staging-blok, en gebruikt de aankomstsnelheid.
Lok gaat verder met Vmin naar het einde van de eerste sectie, als de volgende secties bezet zijn.
De vertreksnelheid van de locomotief in het laatste gedeelte.
Regelt de uitvoerstroom, uitgang, van het verzamelblok.
Regelt de invoerstroom, enter, van het verzamelblok.